Winter Stekken

Winterstekken

Veel houtachtige struiken zijn te vermeerderen door middel van winter- of houtstekken. Mogelijke planten zijn de diverse bessenstruiken, druif, skimia, hortensia wilgen, populieren, rozen en fruitbomen.

Niet alle soorten stekken even makkelijk, bij wilgen is het een eitje: tak in de grond en klaar. Of een gestekte plant ook daadwerkelijk goed zal groeien en vrucht geven is sterk afhankelijk van de soort. Rozen groeien over het algemeen niet op eigen wortels, maar worden geent. De fraaie roos in de tuin is weliswaar te stekken, maar het resultaat zal het vaak niet echt goed doen. Hetzelfde geldt voor fruitbomen. Wel is het mogelijk om onderstammen voor bijvoorbeeld rozen te stekken, en hierop de tuinroos te enten. Vaak vormen rozen opslag, de onderstam ( het stuk wat onder de ent zit) loopt uit, hetgeen verwijderd moet worden. Met deze opslag kun je dan een stek en ent experiment uitvoeren.

Winterstekken worden gesneden van eenjarig hout, dat wil zeggen van hout dat in het afgelopen seizoen gevormd is. Gestekt word tijdens de rustperiode, deze begint als de bladeren afgevallen zijn en eindigt in het vroege voorjaar. De tijd voor winterstekken is dus globaal tussen November en Februari.

Stekken gesneden in de herfst worden opgekuild of ingelegerd. De stekken worden als bundel voor 2/3 in de grond ingegraven. Na de winter in maart worden de stekken dan voorzichtig uitgegraven en apart weer ingegraven, of in de volle grond of in afzonderlijk potten.

Het hout van de twijg moet goed rijp zijn, het puntje is vaak nog groen en zacht en daarmee ongeschikt. Hoelang de stekken moeten zijn en wat afhankelijk van de soort. Twintig centimeter met een 3-4 tal knoppen is een uitgangspunt. Van sommige planten zoals de druif kun je ook eenoogstekken nemen. Bij planten die een struik moeten vormen zoals bij bessen en de hortensia worden stekken met meer ogen genomen, deze vormen de basis van de laatste struik.

Stekken kunnen in drie soorten genomen worden

  1. Gewone stekken: Deze stekken worden rechttoe rechtaan uit het eenjarige hout gesneden, net onder en boven een oog.
  2. Hielstek: Deze stekken worden losgetrokken van het meerjarige hout, je krijgt dan een stuk eenjarig twijg met een frutsel meerjarig hout.
  3. Krukstek: Hierbij wordt het meerjarige hout links en rechts van de aanhechting doorgeknipt, er zit dus een relatief groot stuk hout aan het eenjarige vast.

Van een twijg kun je dus maar 1 Hiel of Krukstek nemen, eventueel kun je de rest van de twijg als gewone stek gebruiken, niet geschoten is altijd mis.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *